Gisteren was het de Nederlandse Veteranendag. Nederland telt ongeveer 111.000 (militair) veteranen.
Ik ben er één van. Ben ik er trots op? Dat is dubbel. Als 23-jarige militair ben ik in 1995 uitgezonden geweest als blauwhelm naar het voormalig Joegoslavië. Ik ontving hiervoor een medaille en kreeg automatisch de status ‘veteraan’.
Er zijn meerdere definities voor veteraan. Een ervan is een ´oudgediende´ of ´iemand met ervaring´. Bij defensie is de (oorlogs)veteraan of oud-strijder iemand die als soldaat voor zijn land heeft gediend in oorlogssituaties. In 2000 stapte ik over naar de politie. Als politieagent dien ik samen met mijn 60.000 collega’s ons land voor veiligheid. Ook als politieagent zijn er momenten geweest dat ik mij in een oorlog waande. Ik heb moeten vechten, ben gewond geraakt, heb kinderen en volwassenen dood zien gaan, heb meerdere levens gered en ‘agressors’ aangehouden.
Zowel militairen als politieagenten hebben een overeenkomstige missie. Politieagenten hebben hun dagelijkse missie in Nederland en sommige ook tijdelijk in het buitenland waarvan soms ook in oorlogsgebied. Militairen hebben soms enkele missies in het buitenland. Beiden ontfermen zich over de veiligheid van anderen.
Net zoals bij sommige militairen lopen triest genoeg ook politieagenten post traumatisch stress syndroom (PTSS) op door de (opstapeling) van de ellende die zij hebben gezien of zijn overkomen.
Naar mijn mening verdienen beiden dezelfde status van de veteraan. In mijn ogen verdient zowel de politieagent als de militair dezelfde Waardering en Erkenning.